Voor ieder belevingstheater wordt een van de volgende thema’s gekozen:
- Feest
- Zomer
- Herfst
- Winter
- Lente
- Sint Nicolaas
- Kerst
- Vastelaovend
Ik begin mijn voorstelling altijd met een liedje. Dit is altijd hetzelfde liedje en wordt na enkele keren herhalen herkenbaar. Daarna leg ik iets uit over het thema en laat een kist met voorwerpen zien. De cliënten mogen dan meehelpen om deze voorwerpen bij het decor te leggen. Zo bepalen we samen hoe het decor er uit gaat zien. Ik speel met name gitaar en speel andere instrumenten afhankelijk van het thema.
Tijdens mijn belevingstheater mogen cliënten ook spelen op de overige instrumenten, en ze mogen kijken, luisteren, voelen en ruiken aan materialen. Dit alles wordt afgewisseld met muziek. Tenslotte eindig ik met een lied. Dit is ook altijd hetzelfde.
Tijdens mijn belevingstheater gaat het erom dat cliënten zoveel mogelijk zelf dingen doen. Wanneer dit niet mogelijk is, doen we het samen. Bij een lager niveau geven we veel hulp en bij een hoger niveau geven we weinig tot geen hulp. Naast mij vraag ik een collega of een van de toeschouwers om mij te assisteren bij het voelen van materialen. Het gaat om het gevoel van Samen Doen. Samen dingen ervaren, samen dingen beleven.
Daarnaast maak ik gebruik van een tril-voetenplankje. De midden en de lage tonen zijn daarmee voelbaar als ik gitaar speel of praat/zing. Dit apparaat is bestemd voor mensen met een audio en/of visuele beperking, maar kan ook voor mensen zonder een beperking een unieke ervaring zijn.
De duur van een voorstelling is ongeveer 45 min. Afhankelijk van de spanningsboog kan dit wat korter of langer zijn.
Ik vind het erg leuk om dit te doen.